Lieve broeders en zusters, ik zit al een lange tijd met vele gedachten over de Kerk hier in Nederland en in een groter gedeelte van het Westen. Met de Kerk bedoel ik in dit geval de hele gemeenschap van gelovigen; het heilige priesterschap, het uitverkoren geslacht. (1. Pet. 2:5-9)
Dus voordat ik begin met hoe ik de vertegenwoordiging van Jezus hier in Nederland zie, wil ik beginnen te zeggen dat ik zielsveel van de Kerk hou. Zondag markeert voor mij de dag dat ik weer meer wijsheid mag verkrijgen en samen met mede-gelovigen de Heer mag voelen en aanbidden, hoewel dat iets is wat ik probeer elke dag te bereiken. Elke persoon die Jezus in zijn/haar leven heeft geaccepteerd maakt mij echt dolgelukkig en bemoedigt mij en ik hou zielsveel van mijn medegelovigen, dus als dat niet overkomt, laat mij dan nu alvast zeggen dat ik echt heel erg veel van mijn medebroeders en -zusters houdt, of het katholiek, protestants of charismatisch is, ik hou van al mijn metgezellen! Een verbonden gemeenschap voor God is geweldig en ik hou ervan en het maakt mij gelukkig om te zien dat zovelen het koesteren.
Toch geloof (en weet) ik dat we nog meer kunnen als Kerk.
Als eerste wil ik uitleggen wat ik eigenlijk bedoel met "de Kerk". Ik had het net nog over de zondagse kerk, ofwel de fysieke kerk (gemeentes die gesticht zijn op geologische plaatsen). Vanaf nu wil ik het hebben over het heilig priesterschap zoals Petrus dat noemt. De Kerk is het lichaam van Jezus hier op aarde (Romeinen 12). Ieder die gelooft in de Here Jezus is onderdeel van de Kerk. Het gaat dus niet om een gebouw, of een gestichte groep van meerdere gelovigen onderling, het is de groep gelovigen.
De Kerk bestaat al sinds de tijd van Handelingen. Een grote groep kreeg de Heilige Geest uitgestort over hen, tijdens Pinksteren. Ze begonnen vurig in tongen te spreken en kregen de kracht om vrijmoedig het Evangelie te verkondigen en mensen te laten geloven door middel van tekenen en wonderen. Een voorbeeld van hoe de vroege Kerk deed:
"En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud van hart." (Handelingen 2:46 HSV)
Ook Paulus schreef naar de gemeentes op een manier dat het logisch leek dat iedereen vaak gezamenlijk was. Het was geen specifiek zondagsding, het was een manier van leven. Mensen werden continu bekeerd, gedoopt en kregen de Heilige Geest en zo verspreidde het geloof, door de Kerk.
Laten we naar het heden gaan. De wereld is in 2000 jaar tijd enorm veranderd. De westerse cultuur is op vele punten nog toxischer geworden, wetenschap en het verstand wordt heilig gekoesterd, de meesten willen een nalatenschap kunnen hebben voor de wereld, er is meer afgoderij dan ooit, en we passen het evangelie meer en meer aan om niet meer het evangelie van het koninkrijk te zijn, maar het "evangelie van meeliften". De Heilige Geest wordt gedoofd door een groot gedeelte van de Kerk, God wordt vaak gezien als de hemelse Vader die ons comfort en hoop geeft, en wellicht onze gebeden verhoort, terwijl de Here zo veel meer dan dat kan. Wij zouden een duidelijke lichtbron moeten zijn, niet een verborgen lamp.
"U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn" (Mattheüs 5:14-15)
Misschien denk jij: "God staat bij mij op de eerste plaats. Ik zie mijzelf alleen niet als een profeet, leraar, herder, evangelist of apostel, maar ik geef af en toe wat, of toon door mijn daden dat ik christen ben." In dat geval, lekker bezig, maar toch wil ik jou deze vraag stellen: verricht jij daden om God Zijn plan voor de voltooiing van de wereld te helpen, of doe jij dit om de aarde zelf te helpen? Het ene is gericht op het vergankelijke, het andere op het eeuwige. Ik weet dat er veel argumenten kunnen zijn waarom niet iedereen zich geroepen zou moeten voelen om zich op duidelijke manier in te zetten hiervoor, voor het Koninkrijk van God. Toch wil ik benoemen waarom het wel een verlangen van elk onderdeel van het Lichaam zou moeten zijn. Ieder van ons heeft het Evangelie ontvangen uit genade en ieder van ons zou het Evangelie moeten geven uit genade die ons is gegeven. Wij verkondigen niet zomaar een evangelie, wij verkondigen het Evangelie van het Koninkrijk, en daarmee doen wij mee met een strijd om een Koninkrijk te verkondigen en uit te breiden.
“Pas als het goede nieuws van het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen” (Mattheüs 24:14)
De Geest van de Waarheid/Profetie
Geloof (De Wonder God) [KOMT NOG]
Afgoderij in het nu [KOMT NOG]
De Weg, de Waarheid en het Leven [KOMT NOG]
Laat ik beginnen met het eerste puntje: de Heilige Geest. Zoals ik al benoemde was het na de uitstorting van de Geest dat de discipelen vrijmoedig, vurig en met kracht het Evangelie konden verkondigen. Het leuke is het eerste teken van dat de groep de Geest had gekregen was dat ze begonnen te praten in tongentaal, een veel voorkomende gave. Het is de Geest die de Kerk wonderen laat verrichten, het is de Geest die de Kerk meer op Jezus laat lijken, het is de Geest die de wil van God doet openbaren. Het is God zelf!
Kunnen we even een realisatie moment hebben: God zit op dit moment in jou! De Heer die hemel en aarde heeft geschapen, die de zee deed splitsen, de muren van Jericho liet vallen, David bekrachtigde om met één steen Goliath te verslaan, Elia's roep verhoorde en vuur uit de hemel liet komen om alles te verteren, Daniël die in een hete oven werd gegooid beschermde, Jezus liet opstaan uit de dood, Petrus op bovennatuurlijke wijze bevrijdde uit de gevangenis en een van de meest gedreven moordenaars bekeerde tot de meest gedreven apostel allertijden, die zit op dit moment IN jou! Zelfs de minste onder het Nieuwe Verbond is groter dan Johannes de doper, de grootste uit het Oude Verbond. Wij hebben door de Heilige Geest toegang tot zoveel meer dan iedereen onder het Oude Verbond. Als eerste is de Geest onze stempel waarmee we gemarkeerd zijn voor de redding (Ef. 1).
Ja, de redding is het grootste wonder en geschenk waar we dankbaar voor moeten zijn. Als tweede is de Geest gegeven zodat we qua karakter meer en meer op God gaan lijken. Het vereiste een bovennatuurlijke kracht om zelfs ons eigen karakter op de Schepper te laten lijken. Wie met een bovennatuurlijk karakter in een gebroken wereld weet te zijn, weet niet te overleven, maar om te leven. En vanuit dat leven is er ruimte voor de rest van wat de Geest te bieden heeft, namelijk het derde: gaven van de Geest.
Wie jou loopt te vertellen dat het hebben van de Geest alleen betekent dat je toegang hebt tot God in het bidden en het meer lijken op Hem en het af en toe een toevallig wonder die Hij verricht als gelovige, die heeft het fout. Lang geleden, bij de schepping van de aarde was de opdracht aan de mens om te heersen over de aarde, samen met Hem. Aangezien Adam in gelijkenis aan God is geschapen en meerdere zegeningen heeft ontvangen voor dit werk is het aannemelijk om te zeggen dat Adam dus zou heersen op een wijze door middel van een Goddelijk mandaat, heersen met wonderen en tekenen zoals de discipelen uiteindelijk gebruikten. Echter zondigde hij, en hadden wij ons mandaat en heerschappij verloren aan de satan, maar door Jezus' zijn dood en opstanding, heeft Hij weer de sleutels in handen gekregen, en geeft Hij het mandaat aan ieder die in Hem gelooft via de Heilige Geest. De gaven van de Geest zijn essentieel. Satan is nog steeds actief in deze wereld, op het moment meer dan ooit. Er is veel gebrokenheid, veel zieken en bezetenen en er zullen ook vele valse profeten komen in het einde der tijden. Een kerk die zich niet uitstrekt naar de volledige potentie van de Geest zal echter moeite kunnen hebben het goede van het slechte niet kunnen onderscheiden (Jezus benoemt zelf dat de valse profeten en antichrist daadwerkelijke wonderen en tekenen zullen verrichten) of zich verharden tegen wonderen en tekenen dat we niet kunnen realiseren dat er daadwerkelijk iets gebeurt. Op het moment zal de duivel zich in ieder geval keer na keer proberen het plan van God tegen te houden, dan is het een moment dat we met kracht van de Geest de bolwerken mogen breken. Wij voeren immers een geestelijke strijd, oftewel een bovennatuurlijke strijd.
De gave van de Geest heten ook wel de Genadegaven. Het is uit genade dat God de Geest schenkt en het is uit genade dat de Geest zijn kracht verleent aan ons, en het is genade die de Geest doormiddel van de gaven wil schenken aan de anderen. Als je kijkt naar mensen die tot geloof komen gaat het vaak gepaard met de tekenen en wonderen die er ook waren in de tijd van Handelingen. Wellicht denk je dat het werk van de Geest is afgelopen met de voltooiing van de Bijbel. Wellicht denk je dat je geroepen moet zijn om de gaven van de Geest te ontvangen. Dan kan ik je hartelijk zeggen dat dat niet waar is. Doodnormale mensen begonnen in tongen te spreken in het boek handelingen. Ik ken genoeg mensen die niet in bediening zitten of willen, maar wel alsnog een gave hebben mogen ervaren. En het Koninkrijk moet nog steeds worden uitgebreid, het verhaal van de Here God is nog steeds niet af, dus die Geest van Kracht is nog steeds aanwezig en nodig (anders zouden we moeten zeggen dat heel Opwekking bijvoorbeeld een fraude is). Misschien denk je in plaats van die twee dingen wel dat de gaven van de Geest niet voor jou zijn weggelegd. In dat geval wil ik je vragen: durf jij je hele leven in Gods handen te leggen? Durf jij God boven alles te zetten en als jouw grootste en diepste verlangen te plaatsen, of hou jij hem liever op een afstand, omdat dat betekent dat jij jouw “verstand” of jouw manieren moet opofferen, of om jouw ongeloof op bepaalde punten toe te geven? Tuurlijk zijn wonderen niet logisch. Tuurlijk moeten we onze logica opofferen als we meer willen proberen te ervaren, maar God staat buiten logica!
“Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van God komt, opdat we zouden weten wat God ons in Zijn goedheid heeft geschonken. Daarover spreken wij niet, op een manier die ons door menselijke wijsheid is geleerd, maar zoals de Geest het ons leert: wij verklaren het geestelijke met het geestelijke.” (1 Kor. 2:12-13)
We zijn niets verplicht van de Heer, maar als we niet openstaan voor de gaven die de Geest te bieden heeft, dan wordt indirect genade aan anderen misgund, hoe hard dat ook kan klinken.
Wij kunnen allemaal bidden tot God. Vele van ons zullen ervaren hebben dat God ons antwoord op wat voor manier dan ook. Dat God tegen ons spreekt in de natuur, kunst, muziek of wat dan ook. Ook kunnen vele van ons getuigen over de goedheid van de Here Jezus. Wanneer God iets van zichzelf openbaart aan ons, of dat zijn karakter is, of wat Hij voor ons heeft gedaan, of wat Hij voor ons wil doen, dan profeteren wij (Op. 9:10). Profeteren is niet alleen visioenen krijgen, of speciale dromen. Dat zijn inderdaad vormen van profetie, maar profeteren betekent daadwerkelijk de wil en de goedheid van God bekend maken. Zou Paulus zeggen “streef voornamelijk naar de gave van profetie” als hij zou denken dat het onmogelijk voor de meesten is? Nee, natuurlijk niet. Zelfs Moses zei dat hij het liefste had dat heel Israël kon profeteren, wat bijna heel Israël toen niet kon vanwege de angst voor de Heer, waarna God zijn Geest alleen liet rusten op specifieke personen.
De profeten waren vroeger nodig om Israël op het goede pad te houden door de wil van God te verkondigen, terwijl ze alsnog de Thora, wat ook de wil van God was, hadden! We hebben momenteel de Bijbel die in zijn geheel de wil van God is, maar er zullen vele persoonlijke momenten zijn waar we de Geest van Profetie ook nodig gaan hebben, en daarom hebben we die gelukkig dus allemaal, die vele van ons ervaren bij het bidden, muziek of natuur, in de simpelste vorm die er bestaat.
Laat dit iets zijn wat je doet prikkelen; de gave van de Geest zijn er voor ieder die in Hem geloven, om te heersen over deze wereld in autoriteit, om de demonische machten te verbreken en om als kerk in kracht het Evangelie van het Koninkrijk te verkondigen.
[DE REST KOMT BINNENKORT]